7 juni 2024

In gesprek met Ger Sanders

De afspraak met Ger is gemaakt voor de vrijdagmiddag. De boekentas met schrijfgerij gaat op de DKW 166 en ik rij over Blerick, Grubbenvorst, Lottum naar Melderslo, voor het lang verwachte gesprek met Ger Sanders.

Op de Horsterdijk, vlak voor de afslag naar de Massenweg, zou ik bijna de fietsende Ern en Carolien voorbij rijden. In de rem natuurlijk en ik rij even meeover en we praten wat. Fijne dag gewenst en door naar de Melderse.

Ik parkeer d’n brommer op de parkeerplaats bij Ger en Lies voor de deur. Ik ga achterom binnen, want het huis staat wagenwijd open. Ik meld me als vertegenwoordiger / reporter van bromfietsclub ’t Brummerke, waarop veel gelach en een aller hartelijkst ontvangst volgt. Ik zeg het fijn te vinden dat ik zo hartelijk word ontvangen, waarop Ger lachend: “Geeij mog heer aaltiet koome.”

Ger zegt dat hij niet heeft meegekregen dat ik voortaan ook meehelp met de redactie/secretariaat van ’t Brummerke. Hij is niet op de jaarvergadering geweest en heeft ook nog niet meegereden, omdat Lies zijn aandacht en hulp nodig heeft. Ger weet dat de club dat heel goed begrijpt en dat vindt hij fijn. Zodra het thuisfront het toelaat gaat hij een korte rit proberen mee te rijden.

Voordat het gesprek begint laat Ger zijn bromfietsen zien. Een puntgave blauw / beige DKW Hummel de Luxe van 1966, een rode Kreidler van 1966 ( in 2003 gekocht van Peter van Rens – ook lid) en een nagenoeg volledig gerestaureerde Gazelle Garant van 1964. Zijn zoon Roger (ook lid) kocht hem en Ger beloofde te helpen met restaureren. Documentatie ontbreekt. Ger weet te vertellen dat deze maar 2 jaar is gemaakt. In 1966 is hij uit de catalogus verdwenen. Hij moet zelf alles bedenken. De Gazelle hangt bij de werkbank en is nagenoeg af. Wat een prachtig ding. Als er een onderdeel ontbreekt maakt Ger het zelf en overbuurman Mies is ook altijd bereid om hem te helpen. Waarschijnlijk rijden er geen of maar een enkele in Nederland. Ik schiet uiteraard wat foto’s van de brommers.

Op het moment dat ik de boekentas uitpak, de opname-apparatuur op tafel leg en de stekker in het stopcontact steek zegt Ger tegen Lies: “Zie je dat Lies, dat is een slimmerik, komt hier zijn elektrische apparaten opladen.” We praten nog even over het overlijden van Peter Hasselmann en onze bijdrage bij de dienst in Walbeck. Mooi gedaan aldus Ger.

De vraag aan Ger is of hij akkoord gaat met de plaatsing van het interview op de site van ’t Brummerke. Natuurlijk zegt Ger, heel graag zelfs. Ger is van 13 oktober 1944 en sinds 2004 lid van ’t Brummerke. Ik zeg 80, mijn god Ger, mooi man. Ger is op het eind van de oorlog geboren en weet nog dat zijn moeder vertelde dat de Duitsers op zoek waren naar arbeiders. De meeste mannen in Lottum zaten ondergedoken of zaten in België. Zijn vader was toen in dienst.

Ger is altijd automonteur geweest en werkte bij Van de Ven, 25 jaar in Venray en nog eens 15 jaar in Venlo. Op zijn zestigste en 4 maanden stopte hij met werken bij de VW-garage en liep op de laatste dag van Melderslo, naar Horst, van daar af samen met zijn directeur Roel Clevers, door naar Venlo en op het einde van de dag samen weer lopend naar huis. Hij heeft altijd kevers en golfs gehad. Ger is Kever-specialist en dat is te zien aan de volledig gerestaureerde Kever in zijn garage. “Geen meter mee gereden”, zegt Ger. Hij is VW-fanaat en onderhoudt een museum op zolder met alles van Volkswagen, werkplaatsboeken, modellenboeken, posters en VW-memorabilia, pennen, T-shirts, kop en schotels etc. Er wordt hem nog geregeld naar het een of ander gevraagd. Meestal kan hij helpen.

Ook is hij verzamelaar van bid- ofwel gedachtenisprentjes en heeft er inmiddels zo’n 8 duizend. Mochten er nog leden zijn die bidprentjes hebben, niet alleen van overledenen van ‘t Brummerke, dan dus graag contact opnemen met Ger.

Ger kocht als 16 jarige voor 675 gulden bij Poot in Velden een splinternieuwe Berini M36 Sport met een Pluvierblok. Dat geld had hij met rozen binden verdiend. Zijn eerste keuze was een Victoria Avanti, maar die was hem toen te duur. Als hij met de Berini naar de Melderse reed en hij ter hoogte was van Janssen (ouderlijk huis van Albert Janssen- ook lid), kon Lies hem horen aankomen. Ja zegt Ger: “Ik had hem wat gekieteld. De 70 haalde hij wel.” Antenne erop en een vossestaart eraan. Het zakgeld was 1 gulden. Daar kocht Ger liever 3 liter benzine voor dan 3 glaasjes bier. Lies ging graag mee, want “zo kwam je nog eens ergens”, zegt Lies. Haren getoupeerd en opgestoken, kopdeukske erover, pettycoat in orde, klaar. Prachtige tijd zegt Ger en Lies stemt lachend in. Ik zeg tegen Ger dat hij toen ook wel een echte nozem was of zoals in het Duits “Halbstarke.” Klopt helemaal zegt Ger, met kuif, leren jasje en broek en al. We reden zelfs een keer met z’n zessen – waaronder ‘n paar Wellerlooise jongens – naar de kermis in Mönchengladbach. Lies beaamt lachend. Ze laat ook een foto zien met Ger, de brommer en haar, bij een uitje Berg en Dal.

Toen Ger 18 was haalde hij zijn rijbewijs. Vader had geen rijbewijs, maar wel een auto en als Ger hem en zijn moeder overal heen bracht, mocht hij de auto in het weekend ook hebben. Perfecte deal zegt Ger, super luxe. Helaas bleef de Berini daarmee op “stal”, beter gezegd in het konijnenhok en werd uiteindelijk verkocht. Pas in 2003 kocht Ger weer een brommer, van Peter van Rens, een grijze Kreidler van 1966, met veel werk. Ger maakte hem rood en werkte er een jaar aan. Daarna kwam nog de blauwe DKW en een Batavus Combi Sport. Deze laatste staat in de vitrine in De Locht. Ger maakt het niets uit op welke brommer hij rijdt, hij heeft geen echte voorkeur.

Toen je in 2004 lid werd van ’t Brummerke, wat veranderde er voor je?

“De oprechte liefde voor de gezamenlijke hobby, ieder op zijn eigen manier. De enthousiaste verhalen over reparaties, restauraties, ritten met vrienden of ’t Brummerke en verhalen van vroeger, toen het allemaal op de eerste brommer begon. Het kameraadschappelijke, het uithelpen, kennis delen en de sfeer. De leeftijdsverschillen spelen geen rol, integendeel zelfs, het werkt verbinding in de hand. Opvallend detail is ook nog dat Hay Seuren (ook lid) en Ger de opa’s zijn van de 4 kinderen van de dochter van Hay en zoon Roger van Ger. Hay is een goede automonteur. Samen weten we echt wel wat. De “goeie” snoepjes van Roos. Ern ken ik nog van vroeger, zoals veel Lottummers. Helaas is mijn buurman Hay Allards, waar ik ook veel mee gereden heb, overleden. Ik heb mooie herinneringen aan de overleden Ger Hendrix en zijn maat Leo Swinkels. Op een Bauernhof in Duitsland kregen we een uitsmijter met 3 of 4 eieren. Ger Hendrix genoot volop. De brommers stonden naast de mestvaalt. Ger Hendrix bracht reuring en daar konden we allemaal van genieten.”

Vanwege de leeftijd is Ger meer voor de korte ritten, maar de dagritten moeten voor de anderen absoluut blijven zegt Ger. Ger rijdt het liefste voorin. Dat rijdt rustiger en levert voor de neus minder stof en blauwe damp op. Hij geeft aan dat wat hem betreft ons bestuur voldoende actief is en er veel voor over heeft om het iedereen naar de zin te maken. Vind er maar iemand voor, zegt Ger. De feestavond is geweldig zegt Ger. De tip voor de altijd fijne feestavond is wat hem betreft live-muziek – zoals bijvoorbeeld Appie Hein – en een tombola of iets dergelijks.


Tekst: Ger Wijnen